Koeien die niet genoeg melk meer geven gaan naar de slachterij, na vijf tot acht jaar. Het vlees van die 'uitgemolken' koeien is niet van topkwaliteit. Daarom zijn er ook speciale vleesrassen, die extra gespierd zijn. Deze dieren komen meestal niet uit Nederland.
Soms zijn die vleesrassen erg ver doorgefokt, met als uitwas de 'dikbillen': die zien er niet meer normaal uit, maar schijnen goed te smaken. Enkele voorbeelden van vleesrassen zijn te vinden bij Vleespijl. Het kan ook een stukje diervriendelijker, bijvoorbeeld bij Henk Broeders. Een grote organisatie die fatsoenlijk met de dieren wil omgaan, is Peters Farm.
Altijd op stal
Vleesrunderen in Nederland leiden geen fraai leventje. Ze staan eigenlijk alleen maar op stal. De organisatie WakkerDier is daar furieus over. In België is het niet veel beter. Wel stelt de Rijksoverheid allerlei regels voor de omgang met productiedieren.
Kalfsvlees
Kalfsvlees komt vooral van stiertjes; die kunnen geen melk geven, en worden na geboorte snel vetgemest voor de slacht. Op ieder moment staan er ruim 700.000 kalfjes voor de mesterij. Vroeger leverden die vooral witvlees - dat zo blank was omdat de diertjes amper konden bewegen en dus weinig doorbloed werden. Nu zijn ze in de minderheid.
Meer over wit en rose kalvervlees bij het Voedingscentrum.
Het zijn weliswaar afzonderlijke boeren die kalveren vetmesten, maar eigenlijk werken zij voor grote 'kalfsvleesbedrijven', waarvan de Van Drie Group verreweg de grootste is.