Direct naar artikelinhoud

Afribollen bakken voor zwangere vrouwen in Kameroen

Met een minuscuul plonsje glijdt het deeg van Barbara Gwanmesia's handen in het sissende frituurvet. De geur die in de keuken opstijgt is als die van ouderwetse oliebollen, maar de deegballen die zich in het vet vormen zijn kleiner en kruidiger. Je proeft het verschil meteen: eerst de zachte smaak van kokos, daarna volgt een venijnig staartje cayennepeper. 'Het is geen moeilijk recept', zegt Gwanmesia. 'Maar het luistert nauw. Voor een lekkere bol moet alles precies kloppen.'

De Afribollen worden gebakken.Beeld Marcel van den Bergh

Wat Gwanmesia hier in de keuken van haar ouders maakt, noemt ze Afribollen: oliebollen met een Afrikaanse twist. In 2013 bedacht de 51-jarige Kameroens-Nederlandse zelf het recept, waarna ze de lekkernijen verkocht op markten en braderieën. Daar deed de Afribol het zo goed, dat zoon Beng Gwanmesia (28) de stoute schoenen aantrok en de grootste supermarktketens polste of zij belangstelling hadden de Afribollen te verkopen. Bij Albert Heijn, Nederlands grootste supermarktketen, liet hij een voicemailbericht achter. Dat was een schot in de roos: de familie Gwanmesia mag dit jaar haar Afribollen verkopen in de To Go-winkels van Albert Heijn. 'Ik wist: om akkoord te gaan hoeven ze alleen even te proeven', glimlacht Barbara.

Opbrengst

Tienduizenden Afribollen hoopt ze deze winter via de AH to go's te verkopen. Van de opbrengst gaat 12 cent per bol naar zwangere vrouwen in Kameroen. Zij hebben vaak te weinig geld om de ziekenhuiskosten voor een bevalling te betalen. Het aantal moeders dat in het Centraal-Afrikaanse land tijdens de bevalling sterft ligt daardoor onnodig hoog. 'Medische hulp bij een zwangerschap kost vaak maar 30 euro, maar veel Kameroense vrouwen hebben dat niet', vertelt Gwanmesia. 'Zelfs 50 cent voor het busritje naar het ziekenhuis is soms al te veel.'  

Het inzamelen van geld voor de Kameroense vrouwen was vier jaar geleden voor haar de belangrijkste reden om de nieuwe snack te ontwikkelen. Gwanmesia, die sinds 1988 in Nederland woont, belandde op dat spoor toen ze op internet over een incident in een Kameroens ziekenhuis las. 'Een Amerikaanse blogger schreef hoe hij in het ziekenhuis een man trof die 'help me, help me' riep. Zijn vrouw moest bevallen, maar de dokter weigerde te komen omdat het stel te weinig geld had. Niemand anders in het ziekenhuis hielp hen, en niet veel later overleed de vrouw. Ik wilde huilen toen ik dat las.'

AfribollenBeeld Marcel van den Bergh

Buitenlandse twist

Tegelijkertijd zat ze zelf in de put. Gwanmesia was schrijfster en de oprichtster van een tijdschrift voor Afrikaanse vrouwen in Nederland, maar de zaken liepen slecht. 'Ik ben geen zakenvrouw, wist niet hoe ik het blad moest verkopen. Dat was geen makkelijk periode', zegt ze. 'Maar toen ik dat blog las, realiseerde ik me dat deze zwangere Kameroense vrouwen het nog veel moeilijker hebben. Misschien had ik juist het gevoel dat ik iets voor hen moest betekenen omdat ik zelf in een lastige situatie zat. Ik heb er altijd in geloofd dat we op aarde zijn om voor anderen te zorgen. Nu zag ik de kans dat te doen.'  

Ze wilde niet simpelweg langs de deuren gaan om geld in te zamelen. 'Dat is toch al het imago van Afrikanen. Alles wat die doen is vragen, vragen en nog eens vragen.' In plaats daarvan ging ze de keuken in om een alternatief voor de oliebol te ontwikkelen. 'Ik wilde iets doen met een snack die Nederlanders al lekker vinden. Het is makkelijker om daar vervolgens een buitenlandse twist aan te geven, dan om een compleet nieuwe lekkernij te ontwikkelen. Maar het was alsnog een lang proces: de eerste oliebol die we maakten, was bijna zo groot als een voetbal.'

Ik heb er altijd in geloofd dat we op aarde zijn om voor anderen te zorgen. Nu zag ik de kans dat te doen
Barbara Gwanmesia
Het was alsnog een lang proces: de eerste oliebol die we maakten, was bijna zo groot als een voetbal
Barbara Gwanmesia

Stukje bij beetje kwam ze dichter bij het huidige recept voor de Afribollen, dat bestaat uit onder meer kokos, cayennepeper en rumrozijnen. Op markten en braderieën liep de verkoop als een tierelier. Het telefoontje van zoon Beng naar Albert Heijn opende de weg naar landelijke erkenning. De order voor tienduizenden bollen betekende ook een verhuizing van het productieproces, want de keuken van Gwanmesia's ouders is daarvoor te klein. Bakkerij Kerssens in Heiloo bakt de bollen nu, volgens de receptuur van Gwanmesia. 'En volgens Albert Heijn lijkt het hard te gaan, dus dat is goed nieuws', zegt Beng.  

Voorlopig worden de Afribollen alleen in de komende wintermaanden in de AH to go's verkocht, voor 1,80 euro per vier bollen. Daarvan gaat 48 cent naar Kameroen. Blijkt daarna dat de Afrikaanse bollen uitzonderlijk goed hebben verkocht, dan praat men verder, aldus een woordvoerder van Albert Heijn. Tot het zo ver is, prijst Gwanmesia zich gelukkig met haar huidige deal. 'Ik kan niet uitleggen wat het met me doet om de medische zorg voor zoveel zwangere vrouwen te kunnen betalen. Het is een ongelofelijk gelukkig gevoel - alsof je weer adem kunt halen na lang onder water te zijn geweest.'

Een afribol.Beeld Marcel van den Bergh