karnemelk-roze
karnemelk is gezond

Biologische landbouw

De biologische land- en tuinbouw is in Nederland maar matig ontwikkeld. Slechts circa 2,5 % van alle grond, inclusief weilanden, wordt biologisch bewerkt. Jarenlang werkten boeren, handel en overheid toe naar 10 % in 2010, maar dat is dus bij lange na niet gehaald.

De agrarische subsector waar de biologische wijze het meest voet aan de grond heeft gekregen, is de melkveehouderij: ruim 300 bedrijven met ruim 20.000 koeien. Verder waren er 72 geitenmelkers, 140 varkenshouders en 17 pluimveemesters.
Het CBS houdt de ontwikkelingen in de biologische landbouw vrij goed bij.
 
Aandeel biologische landbouw, gegevens van 2011
  Bedrijven Bio ha of stuks Bio

Akkerbouw

20.400 517 535.000 10.000
Vollegrondstuinbouw 10.850 365 88.500 1.870
Glastuinbouw 5460 95 10.000 120
Grasland 55.000 1.040 1,22 mln 35.000
Veehouderij     3,88 mln 49.500
- runderen 31.700 500 1 mln 20.000
- schapen 12.500 180 380.000 25.000
- geiten 3.540 115    
- varkens 6500 100 12.5 mln 57.500
- kippen 2260 180 97 mln 1,8 mln

 

Omschakeling

Voortdurend zijn er boeren en tuinders 'in omschakeling'. Een 'gewone' agrariër die wil overstappen naar biologische teelt, moet zijn grond eerst twee jaar bewerken volgens de daarvoor geldende richtlijnen. Pas na die periode mag hij zijn producten 'eko' noemen en ook pas dan kan hij een hogere prijs vragen.

De boer voedt de grond

Het bewerken van de grond is in de biologische teelt erg belangrijk. Want hier geldt het principe 'de boer voedt de grond, en de grond voedt de planten'. Kunstmest wordt beschouwd als 'junkfood'; zoals een junk heroïne gebruikt om zich snel goed te voelen terwijl een gewoon mens (of gezonde grond) daarvoor voldoende heeft aan goede en lekkere voeding (of natuurlijke bemesting).